4.3 Waarop is de verschafte informatie gebaseerd?
Voor de inventarisaties en beschrijvingen is in het MeMO-project gebruik gemaakt van de mogelijkheden die hieronder, in willekeurige volgorde, zijn opgesomd:
Memorieregisters
- Inventarisatie Signum (1991-1993)
- Werkgroep Memorieboeken (2004-2006)
- Onderzoek door MeMO van de documenten zelf
- Onderzoek door MeMO van gedigitaliseerde handschriften met aanvullingen van de medewerkende archieven
- Publicaties
Verhalende bronnen
- Onderzoek door Marijke Carasso-Kok en het daaruit resulterende Repertorium van verhalende historische bronnen uit de middeleeuwen: Heiligenlevens, annalen, kronieken en andere in Nederland geschreven verhalende bronnen (‘s-Gravenhage 1981)
- The narrative sources of the medieval Low Countries / De verhalende bronnen van de middeleeuwse Nederlanden (Nederlands, Engels en Frans)
- Andere publicaties
Uitgangspunt bij het beschrijven van de memorieregisters en verhalende bronnen is de gehele tekstdrager, omdat het totaal aan teksten in de tekstdrager ook aanwijzingen kan bieden over het gebruik en functioneren van de tekstdrager en de afzonderlijke teksten. Daarom is het gehele handschrift beschreven en is er een inhoudsopgave gemaakt waarin alle teksten zijn opgenomen. Behalve deze algemene beschrijving zijn de teksten met een memoriefunctie – uitgebreid – beschreven.