Medieval Memoria Online

3.4 Veranderingen en gevolgen

Algemeen

Veel grafzerken, memorievoorstellingen, etc. zien er tegenwoordig anders uit dan toen ze werden vervaardigd of nog hun oorspronkelijke functie hadden. Dit is het gevolg van:

  • Klimatologische omstandigheden en milieuvervuiling. Zo kan door krimpen en uitzetten van de houten panelen de verf van een schilderij afbladderen en kunnen delen van de voorstelling of de tekst verdwijnen. Zie MeMO memorial object ID 653.
  • Bewust vernielen van objecten, bijvoorbeeld bij de beeldenstormen van de zestiende eeuw, zie MeMO memorial object ID 496.
  • Dagelijks gebruik van objecten. Grafstenen fungeerden ook in de middeleeuwen als vloer waarover werd gelopen, met slijtage als gevolg, zie MeMO memorial object ID 3658.
  • Ingrepen bij gewenste functieveranderingen. Wapenschilden, teksten en portretten werden toegevoegd of juist verwijderd en vervangen, zie MeMO memorial object ID 563 en hoofdstuk 2.4.
  • Restauraties en opknapbeurten, zie afb. 8a en 8b.

Fig. 8a. Grafmonument van Gijsbrecht van Amstel van IJsselstein, Bertha van Heukelom, Arnold van Amstel van IJsselstein en Maria van Henegouwen in de Oude Sint-Nicolaaskerk in IJsselstein. Situatie vóór de restauratie,  zie MeMO memorial object ID 1437

De gevolgen zijn groot. Grote aantallen gebeeldhouwde memorievoorstellingen hebben een totaal ander aanzien gekregen omdat de beschildering (polychromie) verloren is gegaan. Soms zijn nog wat verfresten zichtbaar.

Ook grafmonumenten en grafzerken, en de messing platen waarmee deze waren bedekt, konden deels van kleuren zijn voorzien. Dit geldt met name voor de grafbeelden en de wapenschilden. Hiervoor werden verf, gekleurd mastiek, ingelegde steen (bijvoorbeeld marmer of albast), email en (half)edelstenen gebruikt.

Van wapenschilden zou men verwachten dat ze altijd beschilderd zijn geweest, maar of dit steeds zo was, is niet duidelijk. In een aantal gevallen zijn op de objecten de sporen van verf of andere kleurige versieringen nog zichtbaar, zie afb. 9.

Afb. 8b. Hetzelfde monument na de restauratie

Het moge duidelijk zijn dat ook voor onderzoekers die het bedoelde en het feitelijke functioneren van de objecten willen achterhalen de beschadigingen en ingrepen, het verloren gaan van teksten en schilderingen een probleem kunnen vormen.

Grafmonumenten en grafzerken

Het maken van de inventarisatie en de beschrijvingen van de grafmonumenten en grafzerken is in een aantal opzichten problematisch gebleken. Uitgangspunt vormden de inventarisaties en beschrijvingen van Bloys van Treslong Prins, Muschart, Belonje, etc. Hun inventarisaties zijn voor het onderzoek van grafmonumenten en grafzerken van groot belang geweest, maar inmiddels zijn ze achterhaald:

Afb. 9. Detail van het grafmonument van de Utrechtse bisschop Guy van Avesnes († 1317). De ruitvormige uitsparingen in zijn kleding en mijter wijzen erop dat de gisant van de bisschop versierd is geweest, waarschijnlijk ingelegd met (half)edelstenen, zie MeMO memorial object ID 2941

  • de inventarisaties bleken bij nadere inspectie inmiddels niet volledig te zijn
  • monumenten en zerken zijn onvolledig of incorrect beschreven

Tevens blijken de inventarisaties en de verschafte informatie niet altijd goed te beoordelen, omdat

  • een deel van de geïnventariseerde monumenten en zerken is verdwenen door brand, slijtage en andersoortige vernietiging
  • een deel van de zerken (mogelijk) nog wel bestaat, maar aan het zicht is onttrokken (door houten vloeren of vloerbedekking) zonder dat (goede) foto’s zijn gemaakt.

Grafmonumenten en grafzerken zijn in een aantal gevallen verplaatst, binnen dezelfde kerk en zelfs naar andere kerken. In Utrecht bevindt zich momenteel een aantal grafzerken in een andere kerk dan de oorspronkelijke, terwijl de kerk van oorsprong nog wel bestaat: uit de Buurkerk zijn minstens acht zerken overgebracht naar de Domkerk, en uit de Domkerk zijn er drie naar de Janskerk gebracht. De verplaatsingen zijn veelal het gevolg van restauratieprojecten die plaatsvonden in de twintigste eeuw. Dit heeft onder andere consequenties voor het bepalen van de intenties van de opdrachtgevers, want deze hangt vaak samen met de oorspronkelijke locatie. In de database zijn uitspraken over de oorspronkelijke verblijfplaats en de oorspronkelijke locatie in de instelling, en over de functies van grafmonumenten en grafzerken dan ook met het nodige voorbehoud gedaan.

Voortschrijdende inzichten hebben eveneens geleid tot het maken van voorbehoud. Zo is bij het benoemen van steensoorten terughoudendheid betracht. De steensoort kan vaak alleen na uitgebreid onderzoek ter plaatse door deskundigen worden vastgesteld.

 

Afb. 10. Tekstdeel van een memorievoorstelling voor Harmen Zelle, priester van de Bovenkerk in Kampen. De vorm toont duidelijk dat de tekstplaat aanvankelijk deel uitmaakte van een groter geheel, MeMO memorial object ID 1841

Memorievoorstellingen

Tegenwoordig herkennen we de memoriefunctie van memorievoorstellingen het gemakkelijkst aan de gebedsportretten van de al overleden kinderen met hun lange witte of gekleurde hemden en, indien de epitaafteksten nog aanwezig zijn, aan de vermeldingen van de namen en sterfdata. Deze teksten bevonden zich op lijsten van de schilderingen of op daaraan bevestigde tekstborden. Het overgrote deel van de teksten en tekstborden is echter verloren gegaan. Als de schilderijen nog hun oude lijsten hebben, zijn deze vaak geloogd waardoor ook de teksten erop verdwenen. Veel schilderijen zijn echter ook voorzien van nieuwe lijsten, waardoor de tekstborden die aan de oude lijsten bevestigd waren, eveneens zijn verwijderd. In sommige oorspronkelijke lijsten zijn nog wel de gaten aanwezig van de houten pennen waarmee de tekstbordjes aan de lijst waren bevestigd. Dit is het geval bij MeMO memorial object ID 626 en ID 633. Bij gebeeldhouwde memorievoorstellingen is het omgekeerde het geval: in veel kerken zijn alleen nog de tekstdelen aanwezig en zijn de voorstellingen verwijderd, zie bijvoorbeeld de St. Pieterskerk in Utrecht, MeMO institution ID 19 en afb. 10.

Voorbehoud: in memorievoorstellingen bevinden de gebedsportretten zich meestal bij een religieuze voorstelling. Daarom zijn panelen waarin gebedsportretten de hoofdvoorstelling vormen in de database beschreven als luiken van een groter geheel. Een voorbehoud is hier echter op zijn plaats: panelen met gebedsportretten die luiken lijken te zijn geweest, kunnen ook als zelfstandige schilderingen hebben gefunctioneerd. De als gebedsportret geportretteerde figuren waren in die gevallen bijvoorbeeld gericht naar een altaar, zie afb. 11.

Afb. 11. Tekening van de Van Beverenkapel in de Grote Kerk in Dordrecht (ca. 1660). De memorievoorstelling achterin toont de portretten van de familie Van Beveren, knielend naar het altaarstuk links. Een fragment van het familieportret werd in 2019 ontdekt. Foto: RKD, Den Haag

 

Present location unknown

Houd er s.v.p. rekening mee dat de aanduiding ‘present location unknown’ bij memorievoorstellingen deels iets anders betekent dan bij grafmonumenten en grafzerken.

  • Voor memorievoorstellingen bestaat meestal een sterk vermoeden dat de objecten nog wel bestaan, maar dat ze zich in een onbekende particuliere verzameling bevinden of in een museum waarvan geen bestandscatalogus bestaat.
  • Over grafmonumenten en grafzerken bestaat meer onzekerheid: ze kunnen, zoals hierboven beschreven, zijn vernietigd, bedekt of verplaatst. Aangezien niet alle objecten ter plekke of via foto’s onderzocht konden worden en meer recente literatuur niet altijd voorhanden is, is in een aantal gevallen de informatie uit oudere literatuur gehandhaafd.