Medieval Memoria Online

1. De dodengedachtenis in de middeleeuwen

Samenvatting

Het gedenken van de doden is van alle tijden en culturen. De MeMO-database is echter alleen bedoeld voor het onderzoek van de dodengedachtenis (memoria) in het middeleeuwse (westerse) christendom. Onderzoekers die zich in dit fenomeen verdiepen, hebben gekozen voor een benadering waarin niet alleen de zorg voor de doden centraal wordt gesteld. Ze beschouwen de memoria als een complex van opvattingen en handelingen waarin de zorg voor het hier en nu, en de zorg voor het hiernamaals onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn.

Miniatuur (detail) met zielen in het vagevuur, Museum Catharijneconvent, Utrecht, ABM h20, f. 198v

Door hier op aarde te leven als een goed christen en bijvoorbeeld schenkingen te doen aan de armen, kon men zijn verblijf in het vagevuur bekorten en sneller het hemelrijk betreden, temeer omdat de ontvangers van de weldaden zich verplichtten tot gebed voor het zielenheil van de gulle gevers. Via schenkingen, stichtingen en andere goede werken kon men echter ook laten zien met welke gemeenschappen men zich verbonden voelde en zijn politieke en maatschappelijke standpunten verwoorden of verbeelden. De memoria bood middeleeuwse christenen dus ook de mogelijkheid om uitdrukking te geven aan hun identiteit.

Memorievoorstelling met de werken van barmhartigheid en de knielende leden van een gezin, zie MeMO memorial object ID 581

Voor het memoriaonderzoek is naast casusonderzoek ook breed kwantitatief en kwalitatief onderzoek belangrijk, omdat men daardoor het gewone van het bijzondere kan onderscheiden. Onderzoek van verschillende gebieden en van veranderingen door de tijd heen is eveneens van belang.

Onderzoekers van de dodengedachtenis worden echter steeds opnieuw geconfronteerd met een lastig probleem: het onderzoeksmateriaal is verspreid geraakt en vaak is het bestaan ervan zelfs onbekend. De MeMO-database biedt daarom inventarisaties met beschrijvingen van objecten en teksten die een functie vervulden in de memoria. Het geïnventariseerde gebied is het huidige Nederland en de tijdsperiode loopt tot 1580.